olandese » tedesco

af·schmin·ken <schminkte af, h. afgeschminkt> [ɑfʃmiŋkə(n), ɑfʃmɪŋkə(n)] VB vb trans

1. afschminken (van schmink ontdoen):

2. afschminken (het schminken voltooien):

be·schon·ken <beschonken, beschonkener, meest beschonken> [bəsxɔŋkə(n)] AGG

ver·min·ken <verminkte, h. verminkt> [vərmɪŋkə(n)] VB vb trans ook fig

ge·schon·ken VB

geschonken volt. deelw. van schenken

Vedi anche: schenken

bij·schen·ken <schonk bij, h. bijgeschonken> [bɛisxɛŋkə(n)] VB vb trans

be·zin·ken <bezonk, i. bezonken> [bəzɪŋkə(n)] VB vb intr

1. bezinken (uit een vloeistof neerslaan):

2. bezinken (helder worden door stilstaan):

3. bezinken (verwerkt worden):

be·drin·ken <bedronk zich, h. zich bedronken> [bədrɪŋkə(n)] VB wk ww

bedrinken zich bedrinken:

be·klin·ken <beklonk, h. beklonken> [bəklɪŋkə(n)] VB vb trans

1. beklinken (vast afspreken):

abmachen colloq

2. beklinken (met het glas klinken):

ver·lin·ken <verlinkte, h. verlinkt> [vərlɪŋkə(n)] VB vb trans

ver·zin·ken1 <verzonk, h. verzonken> [vərzɪŋkə(n)] VB vb trans

1. verzinken (diep inslaan):

2. verzinken (met een zinklaag bedekken):

ver·drin·ken1 <verdronk, i. verdronken> [vərdrɪŋkə(n)] VB vb intr

1. verdrinken (in het water omkomen):

2. verdrinken fig:

weer·klin·ken <weerklonk, h. weerklonken> [werklɪŋkə(n)] VB vb intr

schon·ken VB

schonken 3. pers pl imperf van schenken

Vedi anche: schenken

in·schen·ken <schonk in, h. ingeschonken> [ɪnsxɛŋkə(n)] VB vb trans


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski