olandese » tedesco

Traduzioni di „Binnentarif“ nel dizionario olandese » tedesco

(Vai a tedesco » olandese)

Mostra l'elenco di tutti i risultati trovati

bin·nen·in: avverbio
bin·nen·bad: nome
bin·nen·zak: nome
bin·nen·land: nome
bin·nen·stad: nome
bin·nen·baan: nome
bin·nen·band: nome
bin·nen·gaan: verbo
bin·nen·huis: nome
bin·nen·kant: nome
bin·nen·kort: avverbio
bin·nen·maat: nome
bin·nen·werk: nome
bin·nen·ha·len: verbo
bin·nen·tre·den: verbo
bin·nen·ste: nome
bin·nen·zee: nome
bin·nen·blad: nome
bin·nen·deur: nome
bin·nen·dijk: nome

Stai visualizzando i risultati dalla grafia simile: binnenhalen , binnenwerk , binnenmaat , binnenkort , binnenkant , binnenhuis , binnengaan , binnenband , binnenbaan , binnenstad , binnenland , binnenzak , binnenbad , binnenin , binnentreden , binnenbocht , binnendoor , binnendijk , binnendeur , binnenblad , binnenzee , binnenste e binnentrekken

bin·nen·in [bɪnə(n)ɪn] AVV

innen

innendrin colloq

bin·nen·bad <binnen|baden> [bɪnə(n)bɑt] SOST nt

bin·nen·zak <binnenzak|ken> [bɪnə(n)zɑk] SOST m

bin·nen·land <binnenland|en> [bɪnə(n)lɑnt] SOST nt

1. binnenland (het inwendige van een land):

Landesinnere nt

de binnenlanden van Afrika

das Binnenland von Afrika

2. binnenland (land binnen de grenzen):

3. binnenland (binnendijks land):

Deichland kein pl

bin·nen·stad <binnen|steden> [bɪnə(n)stɑt] SOST f

binnenstad (van grote steden ook)

City f

bin·nen·baan <binnen|banen> [bɪnə(n)ban] SOST f

1. binnenbaan (het dichtst bij het midden):

2. binnenbaan (overdekt):

bin·nen·band <binnenband|en> [bɪnə(n)bɑnt] SOST m

bin·nen·gaan <ging binnen, i. binnengegaan> [bɪnə(n)ɣan] VB vb intr

het huis binnengaan

ins Haus (hinein)gehen

bin·nen·huis <binnenhuizen> [bɪnə(n)hœys] SOST nt

bin·nen·kant <binnenkant|en> [bɪnə(n)kɑnt] SOST m

aan de binnenkant

innen

een rok aan de binnenkant strijken

einen Rock (von) links bügeln

bin·nen·kort [bɪnə(n)kɔrt] AVV

bald

bin·nen·maat <binnen|maten> [bɪnəmat] SOST f

lichte(s) Maß f

bin·nen·werk [bɪnə(n)wɛrk] SOST nt geen pl

1. binnenwerk (werk binnenshuis):

2. binnenwerk (werk binnen in een gebouw):

Innenarbeiten pl

3. binnenwerk:

binnenwerk (inwendige delen)

Werk nt

binnenwerk (inwendige delen)

innere(r) Mechanismus m

binnenwerk (aandrijvingsmechanisme)

het binnenwerk van een klok

4. binnenwerk (binnenbekleding):

Futter nt

bin·nen·ha·len <haalde binnen, h. binnengehaald> [bɪnə(n)halə(n)] VB vb trans

1. binnenhalen:

binnenhalen (iets naar binnen halen)

binnenhalen (oogst)

binnenhalen (oogst)

een rijke buit binnenhalen

reiche Beute machen

de was binnenhalen

die Wäsche hereinholen

2. binnenhalen:

binnenhalen (aan boord halen)

binnenhalen (redden)

bin·nen·tre·den <trad binnen, i. binnengetreden> [bɪnə(n)tredə(n)] VB vb intr

binnentreden

binnentreden

binnentreden

het huis binnentreden

ins Haus treten

het huis binnentreden

das Haus betreten

bin·nen·ste <binnenste|n> [bɪnə(n)stə] SOST nt

Innere(s) nt

binnenste (versterkend)

Innerste(s) nt

het binnenste van de aarde

in zijn binnenste

(tief) in seinem Inneren

in zijn binnenste

het binnenste buiten keren

das Innere nach außen kehren

het binnenste buiten keren fig

alles auf den Kopf stellen

bin·nen·zee <binnenzee|ën> [bɪnə(n)ze] SOST f

1. binnenzee ((bijna) geheel door één land ingesloten zee):

2. binnenzee (baai):

bin·nen·blad <binnenblad|en> [bɪnə(n)blɑt] SOST nt

bin·nen·deur <binnendeur|en> [bɪnə(n)dør] SOST f

bin·nen·dijk <binnendijk|en> [bɪnə(n)dɛik] SOST m

binnendijk (langs rivieren)

binnendijk (langs rivieren)

Cerca nel dizionario

olandese

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski