olandese » tedesco

voor·stan·der <voorstander|s> [vorstɑndər] SOST m

vor·sten·dom <vorstendom|men> [vɔrstəndɔm] SOST nt

ver·stan·dig <verstandige, verstandiger, verstandigst> [vərstɑndəx] AGG

2. verstandig (doordacht):

om·stan·der <omstander|s> [ɔmstɑndər] SOST m meestal pl

voor·stand·ster SOST f

voorstandster forma femminile di voorstander

Vedi anche: voorstander

voor·stan·der <voorstander|s> [vorstɑndər] SOST m

ver·stands·kies <verstands|kiezen> [vərstɑntskis] SOST f

ver·stan·de·lijk <verstandelijke, verstandelijker, verstandelijkst> [vərstɑndələk] AGG

vorst·grens <vorst|grenzen> [vɔrstxrɛns] SOST f

on·ver·stan·dig [ɔnvərstɑndəx] AGG

vorst·ver·let [vɔrstfərlɛt] SOST nt geen pl

me·de·stan·der <medestander|s> [medəstɑndər] SOST m

vorst·vrij [vɔrstfrɛi] AGG

vor·ste·lijk <vorstelijke, vorstelijker, vorstelijkst> [vɔrstələk] AGG

on·ver·stand [ɔnvərstɑnt] SOST nt geen pl (domheid, dwaasheid)

vorst1 [vɔrst] SOST m geen pl (het vriezen, vriezend weer)

op·stan·de·ling <opstandeling|en> [ɔpstɑndəlɪŋ] SOST m


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski