Traduzioni di „bogota“ nel dizionario tedesco » olandese

bog [boːk] VB

bog 3. pers sing imperf von biegen¹, biegen², biegen³

Vedi anche: biegen , biegen , biegen

ˈbie·gen³ <bog, gebogen> [ˈbiːgn̩] VB vb rifl

biegen

(zich) buigen

sich vor Lachen biegen

dubbel slaan [o. liggen] van het lachen

ˈbie·gen² <bog, gebogen> [ˈbiːgn̩] VB vb trans

1. biegen (krümmen):

biegen

buigen

biegen

krommen

2. biegen A LING (beugen):

biegen

verbuigen

3. biegen colloq (hinkriegen):

er wird das schon so biegen, dass ...

hij zal het wel zo arrangeren dat ...

ˈbie·gen¹ <bog, gebogen> [ˈbiːgn̩] VB vb intr

biegen

omslaan

biegen

oprijden

biegen

omgaan

er bog auf die Hauptstraße

hij reed de hoofdweg op

in eine Straße biegen

een straat [o. weg] inslaan

das Auto ist um die Ecke gebogen

de auto is de hoek omgeslagen [o. omgegaan]

es geht auf Biegen oder Brechen colloq

het wordt buigen of barsten

bot [boːt] VB

bot 3. pers sing imperf von bieten¹, bieten²

Vedi anche: bieten , bieten

ˈbie·ten² <bot, geboten> [ˈbiːtn̩] VB vb rifl

bieten

zich aanbieden

bieten

zich voordoen

bieten

zich vertonen

ˈbie·ten¹ <bot, geboten> [ˈbiːtn̩] VB vb trans

1. bieten:

bieten (anbieten)

bieden

bieten (anbieten)

aanbieden

bieten (ein Gebot abgeben a.)

een bod doen

jdm die Hand bieten

iem de hand reiken

2. bieten (darbieten, zeigen):

bieten

vertonen

bieten

te zien geven

locuzioni:

das lasse ich mir nicht bieten!

dat laat ik mij niet welgevallen!

das lasse ich mir nicht bieten!

dat neem [o. pik] ik niet!

Boot <Boot(e)s, Boote[o. Böte] > [boːt] SOST nt

Boot

boot(je) nt

Boot

schuit(je)

Boot

sloep

Boot fahren

bootje varen

im gleichen Boot sitzen fig

in hetzelfde schuitje zitten

in einem Boot sitzen fig

in hetzelfde schuitje zitten