Traduzioni di „hofstad“ nel dizionario olandese » tedesco

(Vai a tedesco » olandese)

hoofd·stad <hoofd|steden> [hoftstɑt] SOST f

1. hoofdstad (hoofdplaats):

hoofdstad

Hauptstadt f

2. hoofdstad (voornaam centrum):

hoofdstad

Zentrum nt

de hoofdsteden van de beschaving

die wichtigsten Kulturzentren

hof·ste·de <hofstede|n> [hɔfstedə] SOST f

hofstede

Bauernhof m

hofstede (groter)

Bauerngut nt

hofstede (gebouwen met de grond)

Anwesen nt

hofstede (vaak afgelegen)

Gehöft nt

hof·nar <hofnar|ren> [hɔfnɑr] SOST m

hofnar

Hofnarr m

bof·ster SOST f

bofster forma femminile di boffer

Vedi anche: boffer

bof·fer <boffer|s> [bɔfər] SOST m

1. boffer (bofkont):

boffer

Glückspilz m

boffer colloq

Glückskind nt

boffer colloq

Sonntagskind nt

2. boffer (toevallig gelukje):

boffer

Glücksfall m

stad <steden> [stɑt] SOST f

stad

Stadt f

een (zeer) grote stad

eine Großstadt

de stad in gaan

in die Stadt gehen

een kleine stad

eine Kleinstadt

stad en land aflopen

Stadt und Land (nach etw) abrennen

naar de stad gaan

in die Stadt gehen

af·stand <afstand|en> [ɑfstɑnt] SOST m

1. afstand (distantie):

afstand

Abstand m

afstand

Entfernung f

een afstand afleggen

eine Strecke zurücklegen

op enige afstand

in einiger Entfernung

afstand houden

Abstand halten

de wedloop op de lange afstand

der Langstreckenlauf

op twintig meter afstand

in zwanzig Meter Abstand

op twintig meter afstand

in einer Entfernung von zwanzig Metern

een raket voor middellange afstand

eine Mittelstreckenrakete

op afstand bedienen

mit Fernbedienung steuern

een auto op een afstand volgen

einem Auto in einem Abstand folgen

2. afstand fig:

afstand

Abstand m

afstand

Distanz f

afstand nemen van een onderwerp

zu einem Thema Distanz gewinnen

iem op een afstand houden fig

jdn auf Abstand halten

zich op een afstand houden van iem fig

Distanz wahren gegenüber jdm

een gebeurtenis op een afstand volgen fig

ein Ereignis aus der Entfernung verfolgen

3. afstand (het afstaan, opgeven):

afstand

Abtretung f

afstand doen van de troon

abdanken

afstand doen van zijn bezit

auf seinen Besitz verzichten

van de regering afstand doen

zurücktreten

de afstand van een erfenis

der Erbverzicht

de afstand van grond jur.

die Übereignung

hoest [hust] SOST m geen pl

hoest

Husten m

een droge/schorre hoest

ein trockener/rauer Husten

host <host|s> [host] SOST m

host

Host m

host

Hostcomputer m

hos·tie <hostie|s, hos|tiën> [hɔsti] SOST f

hostie

Hostie f

hoes·ten <hoestte, h. gehoest> [hustə(n)] VB vb trans

hoesten

husten

zijn longen uit zijn lijf hoesten

sich dat die Lunge aus dem Leib husten

hol·ster <holster|s> [hɔlstər] SOST m

holster

Halfter f