olandese » tedesco

om·draai·en1 <draaide om, i. omgedraaid> [ɔmdrajə(n)] VB vb intr

2. omdraaien (om zijn as draaien):

omdraaien

3. omdraaien (omkeren):

omdraaien
omdraaien

4. omdraaien fig (van mening veranderen):

omdraaien
omdraaien als een blad (aan een boom) fig

om·draai·en2 <draaide om, h. omgedraaid> [ɔmdrajə(n)] VB vb trans

1. omdraaien (van stand, richting doen veranderen):

omdraaien
iems arm omdraaien
ieder dubbeltje moeten omdraaien fig
zijn hoofd omdraaien
zich omdraaien

2. omdraaien (situaties):

omdraaien
de rollen omdraaien fig
zich omdraaien in zijn graf fig

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski