olandese » tedesco

her·scho·len <herschoolde, h. herschoold> [hɛrsxolə(n)] VB vb trans

he·ren·boer <herenboer|en> [herə(n)bur] SOST m

1. herenboer (boer uit liefhebberij):

her·eni·gen <herenigde, h. herenigd> [hɛrenəɣə(n)] VB vb trans

1. herenigen (weer bijeenbrengen):

2. herenigen (verzoenen):

he·ren·mo·de [herə(n)modə] SOST f geen pl

1. herenmode (mode van herenkleding):

2. herenmode (artikelen):

he·ren·huis <heren|huizen> [herə(n)hœys] SOST nt

her·exa·men <herexamen|s> [hɛrɛksamə(n)] SOST nt

her·eni·ging [hɛrenəɣɪŋ] SOST f geen pl

2. hereniging (verzoening):

he·ren·en·kel <herenenkel|s> [herə(n)ɛŋkəl] SOST nt

he·ren·fiets <herenfiets|en> [herə(n)fits] SOST f

he·ren·kle·ding [herə(n)kledɪŋ] SOST f geen pl

be·ve·lend [bəvelənt] AGG

ver·ve·lend <vervelende, vervelender, vervelendst> [vərvelənt] AGG

1. vervelend (saai):

3. vervelend (onhebbelijk):

eklig colloq

ver·koe·lend [vərkulənt] AGG


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski