olandese » tedesco

on·der·li·chaam <onderli|chamen> [ɔndərlɪxam] SOST nt

noor·der·licht [nordərlɪxt] SOST nt geen pl

on·der·lip <onderlip|pen> [ɔndərlɪp] SOST f

on·der·lijf <onder|lijven> [ɔndərlɛif] SOST nt

1. onderlijf (onderlichaam):

2. onderlijf (onderbuik):

won·der·lijk2 [wɔndərlək] AVV

zon·der·ling1 <zonderling|en> [zɔndərlɪŋ] SOST m

on·der·lig·gen <lag onder, h. ondergelegen> [ɔndərlɪɣə(n)] VB vb intr

1. onderliggen (beneden liggen):

2. onderliggen (onder iem liggen):

3. onderliggen (voor iem onderdoen):

sche·mer·licht [sxemərlɪxt] SOST nt geen pl

son·de·ren <sondeerde, h. gesondeerd> [sɔnderə(n)] VB vb trans

ver·licht <verlichte, verlichter, verlichtst> [vərlɪxt] AGG

1. verlicht (van een last bevrijd):

2. verlicht (door licht beschenen):

3. verlicht (waarin lichten schijnen):

weer·licht [werlɪxt] SOST nt of m geen pl (bliksem)

on·der·laag <onder|lagen> [ɔndərlax] SOST f

2. onderlaag (laag, voorwerp waarop iets rust):

on·der·legd [ɔndərlɛxt] AGG

hin·der·lijk <hinderlijke, hinderlijker, hinderlijkst> [hɪndərlək] AGG

kin·der·lied <kinder|liederen> [kɪndərlit] SOST nt

kin·der·lijk <kinderlijke, kinderlijker, kinderlijkst> [kɪndərlək] AGG

on·der·la·ken <onderlaken|s> [ɔndərlakə(n)] SOST nt

on·der·langs [ɔndərlɑŋs] AVV


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski