olandese » tedesco
Stai visualizzando i risultati dalla grafia simile: uithoren , thuishoren , gezworen , overhoren , geschoren , verhoren e aanhoren

uit·ho·ren <hoorde uit, h. uitgehoord> [œythorə(n)] VB vb trans

2. uithoren (ten einde horen):

thuis·ho·ren <hoorde thuis, h. thuisgehoord> [tœyshorə(n)] VB vb intr

1. thuishoren colloq (zijn plaats hebben):

2. thuishoren (afkomstig zijn van):

aan·ho·ren <hoorde aan/aanhoorde, h. aangehoord> [anhorə(n)] VB vb trans

ver·ho·ren <verhoorde, h. verhoord> [vərhorə(n)] VB vb trans

2. verhoren (vervullen):

ge·scho·ren VB

geschoren volt. deelw. van scheren¹, scheren²

Vedi anche: scheren , scheren

over·ho·ren <overhoorde, h. overhoord> [ovərhorə(n)] VB vb trans

ge·zwo·ren1 [ɣəzworə(n)] AGG


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski