olandese » tedesco

Traduzioni di „ongeordende“ nel dizionario olandese » tedesco

(Vai a tedesco » olandese)

Mostra l'elenco di tutti i risultati trovati

on·ge·opend: aggettivo e avverbio
on·ge·oe·fend: aggettivo e avverbio
on·ge·bon·den: aggettivo e avverbio
on·ge·kend: avverbio
on·ge·ha·vend: aggettivo e avverbio
on·ge·wa·pend: aggettivo e avverbio
on·ge·schon·den: aggettivo e avverbio
on·ge·hin·derd: aggettivo e avverbio
on·ge·meen: avverbio
on·ge·na·de: nome
on·ge·rept: aggettivo e avverbio
on·ge·zien: aggettivo e avverbio
on·ge·zond: aggettivo e avverbio
on·ge·duld: nome
on·ge·or·ga·ni·seerd: aggettivo e avverbio

Stai visualizzando i risultati dalla grafia simile: ongeoefend , ongeopend , ongewapend , ongehavend , ongekend , ongebonden , ongeschonden , ongeduld , ongezond , ongezien , ongerept , ongenade , ongemeen , ongehinderd e ongeorganiseerd

on·ge·opend [ɔŋɣəopənt] AGG

on·ge·oe·fend [ɔŋɣəufənt] AGG

on·ge·bon·den [ɔŋɣəbɔndə(n)] AGG

1. ongebonden lit.:

ongebonden stijl

ungebundene Rede

2. ongebonden (boekwezen):

3. ongebonden (losbandig):

een ongebonden levenswijze

eine zügellose Lebensweise

4. ongebonden (zonder verplichtingen):

frei

de ongebonden landen

die neutralen Länder

een ongebonden leventje leiden

ein ungebundenes [o. freies] Leben führen

on·ge·kend² [ɔŋɣəkɛnt] AVV (zeer)

ongekend lage prijzen

beispiellos niedrige Preise

on·ge·ha·vend [ɔŋɣəhavənt] AGG

on·ge·wa·pend [ɔŋɣəwapənt] AGG

1. ongewapend (zonder wapens):

2. ongewapend (zonder versterking):

ongewapend beton

nicht armierte(r) Beton m

on·ge·schon·den [ɔŋɣəsxɔndə(n)] AGG

ongeschonden

ongeschonden

ongeschonden

heil

ongeschonden (onbeschadigd)

zijn reputatie bleef ongeschonden

sein guter Ruf wurde blieb unbeschädigt

een ongeluk ongeschonden overleven

einen Unfall heil [o. unverletzt] überstehen

on·ge·hin·derd [ɔŋɣəhɪndərt] AGG

ongehinderd

ongehinderd (niet lastiggevallen)

on·ge·meen² [ɔŋɣəmen] AVV

on·ge·na·de [ɔŋɣənadə] SOST f geen pl

1. ongenade (ongunst):

Ungnade f

in ongenade vallen

in Ungnade fallen

2. ongenade (woede):

Ungnade f

Unmut f form

zich de ongenade van de baas op de hals halen

sich dat die Ungnade [o. Ungunst] des Chefs zuziehen

on·ge·rept [ɔŋɣərɛpt] AGG

1. ongerept (in oorspronkelijke staat):

de ongerepte natuur

die unberührte Natur

2. ongerept fig:

ongerept (ongeschonden)

ongerept (reputatie)

on·ge·zien [ɔŋɣəzin] AGG

1. ongezien (niet opgemerkt):

2. ongezien (zonder het gezien te hebben):

3. ongezien (niet in aanzien):

nicht angesehen

on·ge·zond [ɔŋɣəzɔnt] AGG

1. ongezond (ziekelijk):

een ongezonde gelaatskleur

eine ungesunde Gesichtsfarbe

2. ongezond (nadelig voor de gezondheid):

ongezonde lucht

ungesunde Luft f

3. ongezond (nadelig voor het geestelijk welzijn):

ongezonde beïnvloeding

schädliche(r) Einfluss m

on·ge·duld [ɔŋɣədʏlt] SOST nt geen pl

in met/met ongeduld afwachten

ungeduldig warten auf +acc

trappelen van ongeduld

zappeln vor Ungeduld

vol ongeduld

voller Ungeduld

on·ge·or·ga·ni·seerd [ɔŋɣəɔrɣanizert] AGG

1. ongeorganiseerd (ongeordend):

ongeorganiseerd

2. ongeorganiseerd (niet bij een organisatie aangesloten):

ongeorganiseerd

nicht organisiert

Cerca nel dizionario

olandese

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski