olandese » tedesco

gan·der <gander|s> [ɣɑndər] SOST m

Han·ze [hɑnzə] SOST f geen pl

aan·zet <aanzet|ten> [anzɛt] SOST m (handeling)

ga·zet <gazet|ten> [ɣazɛt] SOST f

gan·ze·rik1 <ganzerik|en> [ɣɑnzərɪk] SOST m (mannetjesgans)

gan·zen·mars [ɣɑnzə(n)mɑrs] SOST f geen pl

no·zem <nozem|s> [nozəm] SOST m en f

boe·zem <boezem|s> [buzəm] SOST m

2. boezem (gemoed, hart):

Brust f

4. boezem (deel van het hart):

Vorhof m

gan·zen·bord <ganzenbord|en> [ɣɑnzə(n)bɔrt] SOST nt

1. ganzenbord (spel):

2. ganzenbord (speelbord):

gan·zen·spel SOST nt

ganzenspel → ganzenbord

Vedi anche: ganzenbord

gan·zen·bord <ganzenbord|en> [ɣɑnzə(n)bɔrt] SOST nt

1. ganzenbord (spel):

2. ganzenbord (speelbord):

gang <gang|en> [ɣɑŋ] SOST m

1. gang (doorloop binnen een gebouw):

Flur m
Gang m

8. gang (loop, tocht ergens heen):

Gang m

9. gang (draad, groef van een schroef, bout):

Gang m

10. gang (plank):

gans1 <ganzen> [ɣɑns] SOST f

2. gans (onnozel persoon):

Gans f
eine dumme Gans pegg

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski