olandese » tedesco

rep·tiel <reptiel|en> [rɛptil] SOST nt

1. reptiel (dier):

Reptil nt

2. reptiel (verachtelijk wezen):

Biest nt

re·pliek <repliek|en> [replik] SOST f

1. repliek (weerwoord; antwoord):

Replik f form

re·pu·bliek <republiek|en> [repyblik] SOST f

op·til·len <tilde op, h. opgetild> [ɔptɪlə(n)] VB vb trans

re·pe·ti·tie <repetitie|s> [repəti(t)si] SOST f

3. repetitie (het instuderen):

Proben nt

4. repetitie (herhaling van een muziekstuk; stijlfiguur):

re·pa·trië·ren1 <repatrieerde, i. gerepatrieerd> [repatrijerə(n)] VB vb intr

rep·pen1 <repte zich, h. zich gerept> [rɛpə(n)] VB wk ww

reppen zich reppen (zich haasten):

re·pri·se <reprise|s> [rəprizə] SOST f

re·pa·re·ren <repareerde, h. gerepareerd> [reparerə(n)] VB vb trans

re·pe·te·ren1 <repeteerde, h. gerepeteerd> [repəterə(n)] VB vb trans (herhalen)

u·ten·si·liën [ytɛnsilijə(n)] SOST pl

ge·ni·ta·liën [ɣenitalijə(n)] SOST pl

re·pa·tri·ant <repatriant|en> [repatrijɑnt] SOST m


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski