olandese » tedesco

af·val·li·ge <afvallige|n> [ɑfɑləɣə] SOST m en f (partij, geloof)

werk·wil·li·ge <werkwillige|n> [wɛrkwɪləɣə] SOST m en f

drô·le·rie <drôlerie|s> [droləri] SOST f

over·tol·lig2 [ovərtɔləx] AVV (bovenmatig)

in·wil·li·gen <willigde in, h. ingewilligd> [ɪnwɪləɣə(n)] VB vb trans

droeg VB

droeg 3. pers sing imperf van dragen¹, dragen²

Vedi anche: dragen , dragen

dra·gen2 <droeg, h. gedragen> [draɣə(n)] VB vb intr

3. dragen (zwanger zijn):

dro·gen1 <droogde, h. gedroogd> [droɣə(n)] VB vb trans (droog maken, conserveren)

drong VB

drong 3. pers sing imperf van dringen¹, dringen²

Vedi anche: dringen , dringen

drin·gen2 <drong, h./i. gedrongen> [drɪŋə(n)] VB vb intr

2. dringen (voorwaartse druk uitoefenen):

dringen colloq

drin·gen1 <drong, h. gedrongen> [drɪŋə(n)] VB vb trans

droe·gen VB

droegen 3. pers pl imperf van dragen¹, dragen²

Vedi anche: dragen , dragen

dra·gen2 <droeg, h. gedragen> [draɣə(n)] VB vb intr

3. dragen (zwanger zijn):


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski