Traduzioni di „hoping“ nel dizionario tedesco » olandese

(Vai a olandese » tedesco)

ˈDo·ping <Dopings, Dopings> [ˈdɔpɪŋ, ˈdoːpɪŋ] SOST nt SPORT

Doping

doping

ˈLoo·ping <Loopings, Loopings> [ˈluːpɪŋ] SOST m nt nt INDUSTR AERO

Looping

looping

ˈCam·ping <Campings> [ˈkɛmpɪŋ] SOST nt kein pl

Camping

het kamperen

Camping

camping

zum Camping fahren

gaan kamperen

ˈBow·ling <Bowlings, Bowlings> [-lɪŋ] SOST nt

Bowling

bowling

ˈEhe·ring SOST m

Ehering

trouwring

ˈOhr·ring SOST m

Ohrring

oorring(etje)

Ohrring

oorbel(letje)

ˈRoh·ling <Rohlings, Rohlinge> [-lɪŋ] SOST m

1. Rohling (unbearbeitetes Werkstück):

Rohling

onbewerkt stuk nt ijzer nt

2. Rohling (brutaler Kerl):

Rohling

ruwe [o. onbehouwen] kerel

Rohling

bruut

3. Rohling INFORM:

Rohling

cd-r

Rohling

cd-recordable

ˈSmo·king <Smokings, Smokings> [ˈsmoːkɪŋ] SOST m

Smoking

smoking(kostuum) nt

emp·ˈfing [ɛmˈ͜pfɪŋ] VB

empfing 3. pers sing imperf von empfangen

Vedi anche: empfangen

emp·ˈfan·gen [ɛmˈ͜pfaŋən] VB vb trans irreg

1. empfangen:

empfangen RADIO, TV

ontvangen

empfangen RADIO, TV

krijgen

die Priesterweihe empfangen RELIG

tot priester gewijd worden

2. empfangen (begrüßen):

empfangen

ontvangen

empfangen

begroeten

3. empfangen ricerc (schwanger werden):

empfangen

ontvangen

empfangen

bevrucht [o. zwanger] worden

ˈJog·ging <Joggings> [ˈʤɔɡɪŋ] SOST nt

Jogging

jogging

Jogging

het joggen

ˈhopp·la [ˈhɔpla] INTER colloq

hoppla (o je!)

hopla!

hoppla (Moment!)

pas op!

hoppla (Moment!)

kijk uit!

ˈhop·sen [ˈhɔpsn̩] VB vb intr

1. hopsen colloq (hüpfen):

hopsen

huppelen

das ist gehopst wie gesprungen fig

dat is lood om oud ijzer

2. hopsen colloq (hektisch sein):

hopsen

hosselen

ge·ˈring [gəˈrɪŋ] AGG

1. gering (unerheblich, unbedeutend):

gering

gering

gering

weinig

gering

klein

kein Geringerer als er

niem minder dan hij

in gering(er)em Grade

in mindere mate

nicht im Geringsten

niet in het minst

nicht im Geringsten

helemaal niet

nicht die geringste Lust

niet de minste zin [o. lust]

nicht das Geringste tun

helemaal niets doen

nicht das Geringste tun

geen klap doen [o. uitvoeren]

2. gering (niedrig):

gering

laag

gering

gering

jdn gering schätzen/achten

iem minachten/geringschatten

ˈHe·ring <Herings, Heringe> [ˈheːrɪŋ] SOST m

1. Hering (Fisch):

Hering

haring

2. Hering colloq fig (Zeltpflock):

Hering

lange slungel

ˈRe·ling <Reling, Relinge[o. Relings] > [ˈreːlɪŋ] SOST f meist sing

Reling

reling

Reling

verschansing

ˈUn·ding SOST nt

Unding

onding nt

Unding fig a.

waanzin

ˈOu·ting <Outings> [ˈ͜autɪŋ] SOST nt kein pl

1. Outing colloq (z. B. von der eigenen Sexualität):

Outing

het (in het openbaar) bekendmaken

Outing

outing

2. Outing (z. B. wenn die eigene Sexualität bekannt wird):

Outing

het uitkomen

Outing

coming-out