olandese » tedesco

Traduzioni di „beliep“ nel dizionario olandese » tedesco (Vai a tedesco » olandese)

Mostra l'elenco di tutti i risultati trovati

sliep: verbo
po·liep: nome
ge·niep: nome
be·leg: nome
bel·len: verbo
be·leed: verbo
be·loop: nome
be·la·gen: verbo
be·le·den: verbo
be·le·gen: aggettivo e avverbio
be·le·nen: verbo
be·le·ven: verbo
be·lo·nen: verbo
be·lo·ven: verbo
be·la·den: verbo
be·leefd: aggettivo e avverbio
be·le·zen: aggettivo e avverbio
be·lo·pen: verbo
griep: nome
zwiep: nome

Stai visualizzando i risultati dalla grafia simile: beloop , beleed , bellen , beleg , geniep , poliep , sliep , belopen , belezen , beleefd , beladen , beloven , belonen , beleven , belenen , belegen , beleden , belagen , belust , beleid , belang , belast , schiep , ondiep , zwiep e griep

sliep VB

sliep 3. pers sing imperf van slapen

Vedi anche: slapen

sla·pen <sliep, h. geslapen> [slapə(n)] VB vb intr

1. slapen (in slaap zijn; rusten; suffen):

pennen colloq

hij slaapt als een os [o. als een roos]

er schläft wie ein Murmeltier

bij iem blijven slapen

bei jdm schlafen [o. übernachten]

boven zijn werk zitten slapen

über seiner Arbeit eingeschlafen sein

gaan slapen

gaan slapen

sich schlafen legen form

een nachtje over iets slapen

eine Nacht über etw acc schlafen

iets slapende kunnen vinden fig

etw im Schlaf finden können

hij zit altijd maar te slapen

er sitzt immer da und schläft

hij zit altijd maar te slapen

er döst immer vor sich acc hin

2. slapen (geslachtsgemeenschap hebben):

pennen colloq

3. slapen (zaken):

ruhen

iets laten slapen

etw (auf sich be)ruhen lassen

mijn voet slaapt

mein Fuß ist eingeschlafen

po·liep <poliep|en> [polip] SOST f

Polyp m

ge·niep [ɣənip] SOST nt geen pl

in 't geniep

be·leg [bəlɛx] SOST nt geen pl

1. beleg (belegering):

de staat van beleg (bij oorlog)

der Belagerungszustand

de staat van beleg (anders)

der Ausnahmezustand

2. beleg (broodbeleg):

Belag m

bel·len² <belde, h. gebeld> [bɛlə(n)] VB vb intr

1. bellen (een signaal geven):

er wordt gebeld

es klingelt [o. läutet]

2. bellen (opbellen):

be·leed VB

beleed 3. pers sing imperf van belijden

Vedi anche: belijden

be·lij·den <beleed, h. beleden> [bəlɛidə(n)] VB vb trans

1. belijden (bekennen; uitdragen):

2. belijden (aanhangen):

sich bekennen zu

be·loop [bəlop] SOST nt geen pl

1. beloop (ontwikkeling, gang):

Verlauf m

iets op zijn beloop laten

einer Sache dat ihren Lauf lassen

2. beloop (richting, vorm):

Verlauf m

be·la·gen <belaagde, h. belaagd> [bəlaɣə(n)] VB vb trans

1. belagen (zich verdringen rond):

2. belagen (bedreigen):

be·le·den VB

beleden 3. pers pl imperf van belijden

Vedi anche: belijden

be·lij·den <beleed, h. beleden> [bəlɛidə(n)] VB vb trans

1. belijden (bekennen; uitdragen):

2. belijden (aanhangen):

sich bekennen zu

be·le·gen [bəleɣə(n)] AGG

belegen kaas

mittelalte(r) Käse m

be·le·nen <beleende, h. beleend> [bəlenə(n)] VB vb trans

be·le·ven <beleefde, h. beleefd> [bəlevə(n)] VB vb trans

moeilijke tijden beleven

schwere Zeiten durchmachen

hier valt niets te beleven

hier ist nichts los

be·lo·nen <beloonde, h. beloond> [bəlonə(n)] VB vb trans

be·lo·ven <beloofde, h. beloofd> [bəlovə(n)] VB vb trans

1. beloven:

beloven (toezeggen)

beloven (toezeggen)

beloven (plechtig)

geloben form

elkaar trouw beloven

sich dat gegenseitig Treue geloben

2. beloven (doen verwachten):

verheißen form

3. beloven (in het vooruitzicht stellen):

in Aussicht stellen

be·la·den <belaadde, h. beladen> [bəladə(n)] VB vb trans

te zwaar beladen

zwaar beladen bomen fig

Bäume voller Früchte

be·leefd <beleefde, beleefder, beleefdst> [bəleft] AGG

be·le·zen <belezen, belezener, belezenst> [bəlezə(n)] AGG

be·lo·pen <beliep, h. belopen> [bəlopə(n)] VB vb trans

1. belopen (lopen over):

2. belopen (lopende afleggen):

gehen

3. belopen (bedragen):

sich belaufen auf +acc

een met bloed belopen oog

ein blutunterlaufenes Auge

griep [ɣrip] SOST f geen pl

Grippe f

ik heb de griep gekregen

ich habe mir eine Grippe eingefangen

griep hebben/krijgen

Grippe haben/bekommen

zwiep <zwiep|en> [zwip] SOST m

≈ Schwung m

Cerca nel dizionario

olandese

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski