tedesco » olandese

Traduzioni di „gebouwde“ nel dizionario tedesco » olandese (Vai a olandese » tedesco)

Mostra l'elenco di tutti i risultati trovati

ge·ˈbors·ten: verbo
ge·ˈbor·gen: verbo
ge·ˈbo·gen: verbo
ge·ˈbongt: aggettivo e avverbio
ge·ˈbo·ren: aggettivo e avverbio
ge·ˈbo·ten: verbo
Ge·ˈbär·de: nome

Stai visualizzando i risultati dalla grafia simile: geborsten , Gebärde , geboten , geboren , gebongt , gebogen e geborgen

ge·ˈbors·ten [gəˈbɔrstn̩] VB

geborsten part perf von bersten

Vedi anche: bersten

ˈbers·ten <birst, barst, geborsten> [ˈbɛrstn̩] VB vb intr

(bis) zum Bersten voll

tot barstens toe vol

(bis) zum Bersten voll

vor Wut bersten

(van woede) uit zijn vel springen

vor Lachen bersten

zich te barsten lachen

ge·ˈbor·gen [gəˈbɔrgn̩] VB

geborgen part perf von bergen

Vedi anche: bergen

ˈber·gen <birgt, barg, geborgen> [ˈbɛrgn̩] VB vb trans

1. bergen (in Sicherheit bringen):

2. bergen (Ernte, Heu: einbringen):

3. bergen (enthalten):

4. bergen ricerc (verbergen):

ge·ˈbo·gen [gəˈboːgn̩] VB

gebogen part perf von biegen¹, biegen², biegen³

Vedi anche: biegen , biegen , biegen

ˈbie·gen³ <bog, gebogen> [ˈbiːgn̩] VB vb rifl

sich vor Lachen biegen

dubbel slaan [o. liggen] van het lachen

ˈbie·gen² <bog, gebogen> [ˈbiːgn̩] VB vb trans

1. biegen (krümmen):

2. biegen A LING (beugen):

3. biegen colloq (hinkriegen):

er wird das schon so biegen, dass ...

hij zal het wel zo arrangeren dat ...

ˈbie·gen¹ <bog, gebogen> [ˈbiːgn̩] VB vb intr

er bog auf die Hauptstraße

hij reed de hoofdweg op

in eine Straße biegen

een straat [o. weg] inslaan

das Auto ist um die Ecke gebogen

de auto is de hoek omgeslagen [o. omgegaan]

es geht auf Biegen oder Brechen colloq

het wordt buigen of barsten

ge·ˈbongt AGG colloq

ist gebongt

komt voor elkaar [o. de bakker]

ist gebongt

ge·ˈbo·ren¹ [gəˈboːrən] AGG

1. geboren:

geboren ook fig.

zum Lehrer geboren sein

voor leraar geboren zijn

locuzioni:

sie ist eine geborene Schmidt

haar meisjesnaam is Schmidt

Frau Müller geborene Schmidt

mevrouw Müller, met haar meisjesnaam Schmidt

ge·ˈbo·ten [gəˈbɔtn̩] VB part perf von bieten¹ bieten²

1. geboten ricerc (notwendig):

2. geboten (angebracht):

Vedi anche: bieten , bieten

ˈbie·ten² <bot, geboten> [ˈbiːtn̩] VB vb rifl

ˈbie·ten¹ <bot, geboten> [ˈbiːtn̩] VB vb trans

1. bieten:

bieten (anbieten)

bieten (anbieten)

bieten (ein Gebot abgeben a.)

jdm die Hand bieten

iem de hand reiken

2. bieten (darbieten, zeigen):

locuzioni:

das lasse ich mir nicht bieten!

dat laat ik mij niet welgevallen!

das lasse ich mir nicht bieten!

dat neem [o. pik] ik niet!

Ge·ˈbär·de <Gebärde, Gebärden> [gəˈbɛːɐ̯də] SOST f

1. Gebärde:

gebaar nt

2. Gebärde ricerc:

manier van doen

Cerca nel dizionario

tedesco

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski