tedesco » olandese

Traduzioni di „waarden“ nel dizionario tedesco » olandese

(Vai a olandese » tedesco)

Mostra l'elenco di tutti i risultati trovati

ˈwer·den: verbo intransitivo
wor·den: verbo
ˈwar·nen: verbo transitivo
ˈwar·ten: verbo transitivo
ˈwah·ren: verbo transitivo
ˈOr·den: nome
ˈer·den: verbo transitivo
ˈir·den: aggettivo e avverbio
ˈmor·den: verbo intransitivo
ˈNor·den: nome
ˈWer·den: nome
ˈwär·men: verbo intransitivo
ˈwa·gen: verbo transitivo
ˈwa·ten: verbo intransitivo
ˈwa·chen: verbo intransitivo
ˈwal·len: verbo intransitivo
ˈwal·ten: verbo transitivo
ˈwal·zen: verbo intransitivo

Stai visualizzando i risultati dalla grafia simile: wahren , warten , warnen , worden , werden , walzen , walten , wallen , wachen , waten , wagen , wärmen , Werden , Norden , morden , irden , erden e Orden

ˈwer·den¹ <wird, wurde, (ge)worden> [ˈveːɐ̯dn̩] VB vb intr

1. werden (entstehen, sich entwickeln):

werden

worden

werden

ontstaan

werden

zich ontwikkelen

daraus wird nichts!

daar komt niets van in!

was soll bloß aus ihr werden?

wat moet er toch van haar terechtkomen?

der Junge wird noch colloq

de jongen is nog in zijn ontwikkeling

mit Arbeiten wird es nichts werden

van werken zal niet veel komen

nichts werden

mislukken

es wird schon werden colloq

het zal wel loslopen [o. lukken]

es will nicht werden

het wil maar niet (lukken)

zum Dieb werden

een dief worden

das wurde ihm zum Verhängnis

dat werd hem noodlottig

2. werden (passieren, geschehen):

werden

gebeuren

na, wird(')s bald [o. endlich ]? colloq

komt er (nou) nog wat van?

was nicht ist, kann noch werden

wat niet is, kan nog komen

und wie ist es dann noch geworden?

en hoe is het toen nog afgelopen?

was soll nun werden? colloq

wat gaat er nu gebeuren?

was soll nun werden? colloq

hoe moet het nu verder?

und was wird, wenn er nicht zahlt?

en wat gebeurt er als hij niet betaalt?

3. werden veraltet ricerc (zuteilwerden):

werden

geworden

werden

ten deel vallen

ihm wurde Befehl, dass …

hij kreeg het bevel dat …

sein Lohn soll ihm werden

hij zal zijn loon krijgen

nicht mehr werden colloq

helemaal de kluts kwijt zijn

nicht mehr werden colloq

doodgaan

nicht mehr werden colloq

sterven

wieder werden colloq

beter worden

wieder werden colloq

opknappen

morgen wird es drei Jahre, seit …

morgen is het drie jaar geleden sinds …

wor·den VB

worden part perf von werden¹, werden², werden³

Vedi anche: werden , werden , werden

ˈwer·den³ <wird, wurde, (ge)worden> [ˈveːɐ̯dn̩] VB vb vb aus

werden

worden

werdendes Leben

zich ontwikkelend [o. ongeboren] leven

mir wird kalt (als Empfindung auftreten)

ik krijg het koud

mir wird schwach

ik word niet goed

mir wird [o. ich werde] schwindlig

ik word duizelig

eine werdende Mutter

een aanstaande moeder

ein werdender Priester

een aankomend priester

schwach werden colloq fig

door de knieën gaan

schwach werden colloq fig

voor de verleiding bezwijken [o. zwichten]

ˈwer·den² <wird, wurde, (ge)worden> [ˈveːɐ̯dn̩] VB vb vb aus

1. werden Hilfsverb des Passivs:

werden

worden

der Mann ist gerettet worden

de man is gered

2. werden Hilfsverb des Futurs:

werden

zullen

werden

gaan

es wird (bald) regnen

er is regen op komst

wer wird denn gleich weinen? colloq

wie gaat er nou meteen huilen?

3. werden (modales Hilfsverb):

werden

zullen

würdest du das für mich tun?

zou je dat voor mij willen doen?

er wird gestern zurückgekommen sein

hij is waarschijnlijk gisteren teruggekomen

ˈwer·den¹ <wird, wurde, (ge)worden> [ˈveːɐ̯dn̩] VB vb intr

1. werden (entstehen, sich entwickeln):

werden

worden

werden

ontstaan

werden

zich ontwikkelen

daraus wird nichts!

daar komt niets van in!

was soll bloß aus ihr werden?

wat moet er toch van haar terechtkomen?

der Junge wird noch colloq

de jongen is nog in zijn ontwikkeling

mit Arbeiten wird es nichts werden

van werken zal niet veel komen

nichts werden

mislukken

es wird schon werden colloq

het zal wel loslopen [o. lukken]

es will nicht werden

het wil maar niet (lukken)

zum Dieb werden

een dief worden

das wurde ihm zum Verhängnis

dat werd hem noodlottig

2. werden (passieren, geschehen):

werden

gebeuren

na, wird(')s bald [o. endlich ]? colloq

komt er (nou) nog wat van?

was nicht ist, kann noch werden

wat niet is, kan nog komen

und wie ist es dann noch geworden?

en hoe is het toen nog afgelopen?

was soll nun werden? colloq

wat gaat er nu gebeuren?

was soll nun werden? colloq

hoe moet het nu verder?

und was wird, wenn er nicht zahlt?

en wat gebeurt er als hij niet betaalt?

3. werden veraltet ricerc (zuteilwerden):

werden

geworden

werden

ten deel vallen

ihm wurde Befehl, dass …

hij kreeg het bevel dat …

sein Lohn soll ihm werden

hij zal zijn loon krijgen

nicht mehr werden colloq

helemaal de kluts kwijt zijn

nicht mehr werden colloq

doodgaan

nicht mehr werden colloq

sterven

wieder werden colloq

beter worden

wieder werden colloq

opknappen

morgen wird es drei Jahre, seit …

morgen is het drie jaar geleden sinds …

ˈwar·nen [ˈvarnən] VB vb trans

warnen

waarschuwen

vor Taschendieben wird gewarnt

pas op [o. hoedt u] voor zakkenrollers

jdn vor etw/jdm warnen

iem voor iets/iem waarschuwen

ˈwar·ten² [ˈvartn̩] VB vb trans

1. warten TECN:

warten

onderhouden

warten

voor het onderhoud zorgen van

2. warten veraltet ricerc:

warten

verzorgen

warten

passen op

ˈwah·ren [ˈvaːrən] VB vb trans

1. wahren (erhalten):

wahren

bewaren

wahren

in acht nemen

wahren

handhaven

den Abstand [o. die Distanz ] wahren a. fig

afstand houden

2. wahren (schützen):

wahren

verdedigen

wahren

beschermen

wahren

behartigen

ˈOr·den <Ordens, Orden> [ˈɔrdn̩] SOST m

1. Orden (Gemeinschaft):

Orden

orde

Orden

kloosterorde

Orden

ridderorde

einem Orden beitreten

tot een orde toetreden

2. Orden (Ehrenzeichen):

Orden

orde(teken) nt

Orden

onderscheiding

Orden

ridderorde

ˈer·den [ˈeːɐ̯dn̩] VB vb trans ELETTR

erden

aarden

ˈir·den [ˈɪrdn̩] AGG (aus Ton)

irden

aarden

irden

van aarde

ˈmor·den [ˈmɔrdn̩] VB vb intr

morden

een moord begaan

morden

moorden

ˈNor·den <Nordens> [ˈnɔrdn̩] SOST m kein pl

1. Norden (Himmelsrichtung) ohne art:

Norden

noorden nt

nach Norden fliegen

naar het noorden vliegen

2. Norden (nördliche Gegend):

Norden

Noorden

ˈWer·den <Werdens> [ˈveːɐ̯dn̩] SOST nt kein pl ricerc

Werden

het worden

Werden

wording

Werden

het ontstaan

Werden

ontwikkeling(sgang)

im Werden (begriffen) sein

aan 't ontstaan zijn

ˈwär·men¹ [ˈvɛrmən] VB vb intr

wärmen

warmte geven

wärmen

warm houden

ˈwa·gen¹ [ˈvaːgn̩] VB vb trans

1. wagen (sich trauen):

wagen

wagen

wagen

durven

wagen

de moed hebben

2. wagen (riskieren):

wagen

wagen

wagen

riskeren

wagen

op het spel zetten

soll ich es wagen?

zou ik het riskeren?

wer nicht wagt, der nicht gewinnt prov

wie niet waagt, die niet wint

frisch gewagt ist halb gewonnen prov

een goed begin is het halve werk

ˈwa·ten [ˈvaːtn̩] VB vb intr

waten

waden

ˈwa·chen [ˈvaxn̩] VB vb intr

ˈwal·len [ˈvalən] VB vb intr

1. wallen:

wallen

borrelen

wallen

koken

wallen

opborrelen

wallen

(op)bruisen

eine wallende See ricerc

een kokende zee

2. wallen ricerc:

wallen

golven

wallen

deinen

wallendes Haar

(omlaag) golvend haar

ˈwal·ten¹ [ˈvaltn̩] VB vb trans ricerc veraltet

das walte Gott!

dat geve God!

das walte Gott!

zo God wil!

ˈwal·zen¹ [ˈval͜tsn̩] VB vb intr veraltet scherz

walzen

(een wals) dansen

walzen

walsen

Cerca nel dizionario

tedesco

ich	werde
du	wirst
er/sie/es	wird
wir	werden
ihr	werdet
sie	werden

Traduzioni di „waarden“ nel dizionario tedesco » olandese

ˈwer·den1 <wird, wurde, (ge)worden> [ˈveːɐ̯dn̩] VB vb intr

1. werden (entstehen, sich entwickeln):

2. werden (passieren, geschehen):

3. werden veraltet ricerc (zuteilwerden):

wor·den VB

worden part perf von werden¹, werden², werden³

Vedi anche: werden , werden , werden

ˈwer·den3 <wird, wurde, (ge)worden> [ˈveːɐ̯dn̩] VB vb vb aus

ˈwer·den2 <wird, wurde, (ge)worden> [ˈveːɐ̯dn̩] VB vb vb aus

1. werden Hilfsverb des Passivs:

2. werden Hilfsverb des Futurs:

3. werden (modales Hilfsverb):

ˈwer·den1 <wird, wurde, (ge)worden> [ˈveːɐ̯dn̩] VB vb intr

1. werden (entstehen, sich entwickeln):

2. werden (passieren, geschehen):

3. werden veraltet ricerc (zuteilwerden):

ˈwar·nen [ˈvarnən] VB vb trans

ˈwar·ten2 [ˈvartn̩] VB vb trans

1. warten TECN:

2. warten veraltet ricerc:

ˈwah·ren [ˈvaːrən] VB vb trans

1. wahren (erhalten):

2. wahren (schützen):

ˈOr·den <Ordens, Orden> [ˈɔrdn̩] SOST m

1. Orden (Gemeinschaft):

2. Orden (Ehrenzeichen):

ˈer·den [ˈeːɐ̯dn̩] VB vb trans ELETTR

ˈir·den [ˈɪrdn̩] AGG (aus Ton)

ˈmor·den [ˈmɔrdn̩] VB vb intr

ˈNor·den <Nordens> [ˈnɔrdn̩] SOST m kein pl

1. Norden (Himmelsrichtung) ohne art:

2. Norden (nördliche Gegend):

ˈWer·den <Werdens> [ˈveːɐ̯dn̩] SOST nt kein pl ricerc

ˈwär·men1 [ˈvɛrmən] VB vb intr

ˈwa·gen1 [ˈvaːgn̩] VB vb trans

1. wagen (sich trauen):

2. wagen (riskieren):

ˈwa·ten [ˈvaːtn̩] VB vb intr

ˈwa·chen [ˈvaxn̩] VB vb intr

1. wachen (Wache halten):

2. wachen (auf etw achten):

3. wachen ricerc (wach sein):

ˈwal·len [ˈvalən] VB vb intr

1. wallen:

2. wallen ricerc:

ˈwal·ten1 [ˈvaltn̩] VB vb trans ricerc veraltet

ˈwal·zen1 [ˈval͜tsn̩] VB vb intr veraltet scherz

Cerca nel dizionario

Collegamenti esterni

Feedback

Trainer lessicale

Synonyms

La mia cronologia di ricerca

ˈwer·den¹ <wird, wurde, (ge)worden> [ˈveːɐ̯dn̩] VB vb intr

ˈwer·den³ <wird, wurde, (ge)worden> [ˈveːɐ̯dn̩] VB vb vb aus

ˈwer·den² <wird, wurde, (ge)worden> [ˈveːɐ̯dn̩] VB vb vb aus

ˈwer·den¹ <wird, wurde, (ge)worden> [ˈveːɐ̯dn̩] VB vb intr

ˈwar·ten² [ˈvartn̩] VB vb trans

ˈwär·men¹ [ˈvɛrmən] VB vb intr

ˈwa·gen¹ [ˈvaːgn̩] VB vb trans

ˈwal·ten¹ [ˈvaltn̩] VB vb trans ricerc veraltet

ˈwal·zen¹ [ˈval͜tsn̩] VB vb intr veraltet scherz