olandese » tedesco

uit·ro·ken <rookte uit, h. uitgerookt> [œytrokə(n)] VB vb trans (door roken verdrijven)

niet·waar [nitwar] INTER

niets·doen [nitsdun] SOST nt geen pl

nie·tig·heid <nietig|heden> [nitəxhɛit] SOST f

1. nietigheid jur.:

Nichtigkeit f term tecn

2. nietigheid (vergankelijkheid):

wa·ter·kers <waterkers|en> [watərkɛrs] SOST f

ge·nie·troe·pen [ʒənitrupə(n)] SOST pl

be·trok·ken <betrokken, meer betrokken, meest betrokken> [bətrɔkə(n)] AGG

1. betrokken (met wolken bedekt):

ge·trok·ken VB

getrokken volt. deelw. van trekken¹, trekken²

Vedi anche: trekken , trekken

be·trok·ke·ne <betrokkene|n> [bətrɔkənə] SOST m en f

nie·ten <niette, h. geniet> [nitə(n)] VB vb trans

niet·je <nietje|s> [nicə] SOST nt


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski