olandese » tedesco

tor <tor|ren> [tɔr] SOST f

trut <trut|ten> [trʏt] SOST f

Ziege f pegg
Zicke f pegg
Schnepfe f pegg
blöde Ziege! pegg

trom <trom|men> [trɔm] SOST f

tram [trɛm]

tram [[o. trɑm]] tram|s, tram|men SOST m:

trap <trap|pen> [trɑp] SOST m

3. trap (het trappen op de fiets):

Treten nt

8. trap (deel van een raket):

Stufe f

9. trap muz.:

Stufe f

tred <tred|en> [trɛt] SOST m

tref [trɛf] SOST m geen pl colloq

Dusel m colloq
so ein Dusel! colloq

trek <trek|ken> [trɛk] SOST m

2. trek (een keer trekken):

Zug m

5. trek (kenmerkende eigenschap):

Zug m

6. trek (luchtstroom):

Zug m

7. trek (één keer zuigen):

Zug m

9. trek (verhuizing van trekvogels):

Zug m

10. trek (het trekken als kracht):

Zug m

11. trek (kaartspel):

Stich m

trip <trip|s> [trɪp] SOST m

1. trip (uitstapje):

Trip m colloq

2. trip (drugs):

Trip m

trof VB

trof 3. pers sing imperf van treffen², treffen³

Vedi anche: treffen , treffen , treffen

tref·fen3 <trof, h. getroffen> [trɛfə(n)] VB vb trans

4. treffen (betreffen, aangaan):

5. treffen (met ‘het’; boffen):

6. treffen (iets onaangenaams):

tref·fen2 <trof, h. getroffen> [trɛfə(n)] VB vb intr ((goed) uitkomen)

tref·fen1 [trɛfə(n)] SOST nt geen pl

1. treffen (gevecht):

Treffen nt

2. treffen (samenkomst):

Treffen nt

3. treffen SPORT (wedstrijd):

Treffen nt

trog <trog|gen> [trɔx] SOST m

1. trog (voerbak):

Trog m

2. trog (kneedbak):

3. trog geol.:

Trog m
trog (in zee)
Graben m

trok VB

trok 3. pers sing imperf van trekken¹, trekken²

Vedi anche: trekken , trekken

tros <tros|sen> [trɔs] SOST m

1. tros (bloeiwijze):

Traube f

3. tros scheepv. (touw, kabel):

Trosse f

truc <truc|s> [tryk] SOST m

1. truc (handigheid):

Trick m
Kniff m
truc pegg

trui <trui|en> [trœy] SOST f

1. trui (pullover):

Pulli m colloq

2. trui (wielersport):

Trikot nt

teer1 [ter] SOST nt of m geen pl

toer <toer|en> [tur] SOST m

1. toer:

Tour f

3. toer (rij steken):

Reihe f

4. toer (daad die behendigheid vereist):

5. toer (lastig werk):

6. toer (winding):

Schlag m

term <term|en> [tɛrm] SOST m

2. term wisk.:

Term m

3. term (stelling van een syllogisme):

Prämisse f form

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski