olandese » tedesco

be·re·ke·ning <berekening|en> [bərekənɪŋ] SOST f

2. berekening (cijfers):

3. berekening (overweging van voor- en nadeel):

Abwägung f form
Kalkül nt

be·re·kend <berekende, berekender, berekendst> [bərekənt] AGG

be·re·ke·nen <berekende, h. berekend> [bərekənə(n)] VB vb trans

2. berekenen (in rekening brengen):

4. berekenen (voor- en nadeel afwegen van):

be·ren·muts <berenmuts|en> [berə(n)mʏts] SOST f

be·re·den [bəredə(n)] AGG

1. bereden (te paard):

3. bereden (afgericht):

preg·nant <pregnante, pregnanter, pregnantst> [prɛɣnɑnt] AGG

ber·gen <borg, h. geborgen> [bɛrɣə(n)] VB vb trans

2. bergen scheepv.:

4. bergen (in veiligheid brengen):

berg·hut <berghut|ten> [bɛrxhʏt] SOST f


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski