tedesco » olandese

Traduzioni di „erschimmernd“ nel dizionario tedesco » olandese (Vai a olandese » tedesco)

Mostra l'elenco di tutti i risultati trovati

ˈschim·mern: verbo intransitivo
er·ˈschie·ßen: verbo transitivo
er·ˈschüt·tern: verbo transitivo
er·ˈschaf·fen: verbo transitivo
er·ˈschal·len: verbo intransitivo
er·ˈschei·nen: verbo intransitivo
er·ˈschla·gen: verbo transitivo
er·ˈschöp·fen: verbo transitivo
er·ˈschwe·ren: verbo transitivo
ˈSchim·mer: nome
er·ˈschlie·ßen: verbo transitivo
ˈwelt·er·schüt·ternd: aggettivo e avverbio
ˈmark·er·schüt·ternd: aggettivo e avverbio
Er·ˈschie·ßung: nome
Er·ˈschwer·nis: nome
er·ˈschlaf·fen: verbo intransitivo
er·ˈschlei·chen: verbo transitivo

Stai visualizzando i risultati dalla grafia simile: schimmern , erschüttern , erschießen , erschließen , Schimmer , erschweren , erschöpfen , erschlagen , erscheinen , erschallen , erschaffen , markerschütternd , welterschütternd , erschleichen , erschlaffen , Erschwernis e Erschießung

ˈschim·mern [ˈʃɪmɐn] VB vb intr

(zacht) glanzen

(zwak) schijnen

(door)schemeren ook fig.

die Farbe schimmert ins Rötliche

de kleur zweemt naar rood

er·ˈschie·ßen [-ˈʃiːsn̩] VB vb trans

erschießen

erschießen

erschossen sein colloq (todmüde sein)

bekaf [o. doodmoe] zijn

erschossen sein colloq (todmüde sein)

totaal verbouwereerd [o. onthutst] zijn

er·ˈschüt·tern [ɛɐ̯ˈʃʏtɐn] VB vb trans

1. erschüttern (zum Beben bringen):

erschüttern

doen schudden [o. beven] [o. trillen]

2. erschüttern (in Frage stellen):

erschüttern

erschüttern

aan het wankelen brengen

3. erschüttern (tief bewegen):

erschüttern

erschüttern

diep aangrijpen

ihn kann so leicht nichts erschüttern colloq

hij is niet zo gemakkelijk van zijn stuk te brengen

er·ˈschaf·fen [-ˈʃafn̩] VB vb trans irreg ricerc

er·ˈschal·len [-ˈʃalən] VB vb intr irreg ricerc

luid klinken [o. (weer)klinken]

er·ˈschei·nen [-ˈʃ͜ainən] VB vb intr

1. erscheinen:

erscheinen (sichtbar werden)

erscheinen (sich verkörpern)

2. erscheinen (auftreten):

vor Gericht erscheinen

nicht zum Dienst erscheinen

niet op het werk verschijnen

3. erscheinen (veröffentlicht werden):

4. erscheinen (scheinen):

seine Erklärung erscheint mir lückenhaft

zijn verklaring komt mij onvolledig voor [o. lijkt mij onvolledig]

er·ˈschla·gen [-ˈʃlaːgn̩] VB vb trans (totschlagen)

sich erschlagen fühlen colloq fig

wie erschlagen sein colloq fig

kapot [o. verbluft] [o. onthutst] zijn

er·ˈschöp·fen¹ [-ˈʃœ͜pfn̩] VB vb trans

1. erschöpfen (aufbrauchen):

erschöpfen

erschöpfen

volledig verbruiken

2. erschöpfen (etw umfassen):

erschöpfen

eine erschöpfende Auskunft

een volledige [o. alles omvattende] informatie

etw erschöpfend behandeln [o. darstellen ]

iets uitputtend behandelen

etw erschöpfend behandeln [o. darstellen ]

iets van alle kanten belichten

er·ˈschwe·ren¹ [ɛɐ̯ˈʃveːrən] VB vb trans

jdm das Leben erschweren

iem het leven bemoeilijken [o. lastig maken]

ˈSchim·mer <Schimmers, Schimmer> [ˈʃɪmɐ] SOST m

1. Schimmer (matter Glanz):

2. Schimmer fig (kleine Spur):

zweem(pje) nt

glimp

sprankje nt

ein Schimmer von Hoffnung

een zweem van hoop

ein Schimmer von Hoffnung

een zweempje [o. sprankje] hoop

3. Schimmer colloq fig (Idee):

notie

benul nt

idee nt

keinen blassen Schimmer haben

(er) geen flauw benul [o. idee] (van) hebben

er·ˈschlie·ßen [-ˈʃliːsn̩] VB vb trans

1. erschließen (nutzbar machen):

erschließen

erschließen

toegankelijk maken

erschließen

Baugelände erschließen

bouwterrein bouwrijp maken

Bodenschätze erschließen

bodemschatten exploitabel maken

neue Einnahmequellen erschließen

nieuwe bronnen van inkomsten aanboren

2. erschließen (ableiten):

erschließen

erschließen

erschließen

ˈwelt·er·schüt·ternd AGG

welterschütternd

wereldschokkend

ˈmark·er·schüt·ternd AGG

markerschütternd

hartverscheurend

markerschütternd

door merg en been gaand

Er·ˈschie·ßung [ɛɐ̯ˈʃiːsʊŋ] SOST f

Erschießung

het doodschieten

Erschießung

durch Erschießung

Er·ˈschwer·nis <Erschwernis, Erschwernisse> [ɛɐ̯ˈʃveːɐ̯nɪs] SOST f

Erschwernis

(extra) moeilijkheid [o. belasting]

er·ˈschlaf·fen¹ [ɛɐ̯ˈʃlafn̩] VB vb intr

1. erschlaffen (kraftlos werden):

erschlaffen

erschlaffen

2. erschlaffen (die Straffheit verlieren):

erschlaffen

slap [o. rimpelig] worden

er·ˈschlei·chen [-ˈʃl͜aicn̩] VB vb trans pegg

erschleichen

op slinkse [o. arglistige] wijze verkrijgen

Cerca nel dizionario

tedesco

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski