Traduzioni di „renden“ nel dizionario tedesco » olandese

(Vai a olandese » tedesco)

ˈren·nen¹ <rannte, gerannt> [ˈrɛnən] VB vb trans

rennen

stoten

rennen

jagen

rennen

steken

jdm ein Messer durch [o. in ] den Leib rennen colloq

iem een mes door, in het lichaam jagen

sich die Lunge [o. Zunge] aus dem Hals rennen

lopen wat men kan

ˈre·den¹ [ˈreːdn̩] VB vb trans

reden

spreken

reden

praten

reden

zeggen

Fraktur mit jdm reden

iem vierkant [o. eens flink] de waarheid zeggen

Gutes über jdn reden

goede dingen over iem vertellen

keine Silbe reden

geen stom woord zeggen

ˈen·den [ˈɛndn̩] VB vb intr

1. enden (nicht mehr weiterführen):

enden

eindigen

enden

ophouden

2. enden (zu etw führen):

enden

eindigen

enden

besluiten

enden

aflopen

3. enden (sterben):

enden

sterven

enden

omkomen

am Galgen enden

aan de galg sterven

4. enden LING (auslaufen):

auf [o. mit ]‘e’ enden

op een ‘e’ eindigen

ˈsen·den¹ <sandte, gesandt> [ˈzɛndn̩] VB vb trans

senden

zenden

senden

sturen

ˈwen·den³ <wandte, gewandt> [ˈvɛndn̩] VB vb rifl

1. wenden:

wenden (sich drehen)

zich wenden ook fig.

wenden (kontaktieren)

(zich) keren

wenden (kontaktieren)

zich (om)draaien

sich an jdn wenden

zich (met een verzoek [o. vraag] ) tot iem wenden

das Wetter hat sich gewendet

het weer is omgeslagen

der Wind wendet sich

de wind draait

sich zu jdm wenden

zich naar iem toekeren

sich zu jdm wenden

zich tot iem richten

sich zum Bösen [o. Schlimmen] wenden

(zich) verslechteren

2. wenden (umdrehen):

wenden

aanstalten maken

sich zum Gehen wenden

aanstalten maken om te vertrekken

ˈblen·den¹ [ˈblɛndn̩] VB vb trans a. fig

blenden

verblinden

blenden STOR

blind maken

blenden STOR

de ogen uitsteken

ˈspen·den [ˈʃpɛndn̩] VB vb trans

spenden (verschenken)

geven

spenden (verschenken)

schenken ook fig.

spenden (austeilen)

uitdelen

spenden (austeilen)

uitreiken

spenden (austeilen)

toedienen

Anerkennung spenden

zijn waardering uitspreken

den Segen spenden

de zegen geven [o. uitspreken]

be·ˈen·den VB vb trans

beenden

beëindigen

beenden

afmaken

beenden

besluiten

beenden

voltooien

die Krise ist noch nicht vorüber

de crisis is nog niet ten einde [o. voorbij]

ˈRen·nen <Rennens, Rennen> [ˈrɛnən] SOST nt

Rennen

race

Rennen

wedstrijd

Rennen

wedloop

das Rennen ist gelaufen

de wedstrijd is beslist

das Rennen ist gelaufen fig

het is een bekeken zaak

gut im Rennen liegen

een goede positie hebben

das Rennen machen

de wedstrijd winnen

das Rennen machen fig

de beste zijn

ein totes Rennen

een onbesliste wedstrijd

ˈAn·den [ˈandn̩] SOST pl

Anden

Andes(gebergte)

ˈahn·den [ˈaːndn̩] VB vb trans ricerc

ahnden

(be)straffen

ˈbin·den <band, gebunden> [ˈbɪndn̩] VB vb trans

binden

binden

eine Krawatte binden

een das strikken

gebundene Preise

vastgestelde prijzen

gebundene Rede

gebonden stijl [o. poëzie]

die Suppe binden

de soep binden

Blumen zu einem Kranz/Strauß binden

van bloemen een krans/boeket maken

ˈfin·den¹ <fand, gefunden> [ˈfɪndn̩] VB vb intr (den Weg finden)

finden

de weg vinden ook fig.

finden

geraken

nach Hause finden

de weg naar huis vinden

zur Musik finden

door de muziek aangetrokken worden

ˈkün·den¹ [ˈkʏndn̩] VB vb intr ricerc

künden

berichten

künden

getuigen

künden

getuigenis afleggen

ˈRen·te <Rente, Renten> [ˈrɛntə] SOST f

Rente

rente

auf [o. in ] Rente gehen colloq

met pensioen gaan

eine Rente beziehen

pensioen trekken

ˈRen·ner <Renners, Renner> [ˈrɛnɐ] SOST m

1. Renner (Pferd):

Renner

echt [o. goed] renpaard nt

2. Renner colloq (Knaller):

Renner

knaller