olandese » tedesco
Stai visualizzando i risultati dalla grafia simile: trokken , trocheus , trouwen , troffen , troeven , troebel , tropen , tronen e trofee

tro·che·us <trochee|ën> [trɔxejʏs] SOST m lit.

trokken VB

trokken 3. pers pl imperf van trekken¹, trekken²

Vedi anche: trekken , trekken

tro·fee <trofee|ën> [trofe] SOST f

tro·nen1 <troonde, h. getroond> [tronə(n)] VB vb trans

tro·pen [tropə(n)] SOST pl

troe·bel <troebele, troebeler, troebelst> [trubəl] AGG

troe·ven1 <troefde, h. getroefd> [truvə(n)] VB vb trans (met een troefkaart andere kaarten nemen)

troffen VB

troffen 3. pers pl imperf van treffen², treffen³

Vedi anche: treffen , treffen , treffen

tref·fen3 <trof, h. getroffen> [trɛfə(n)] VB vb trans

4. treffen (betreffen, aangaan):

5. treffen (met ‘het’; boffen):

6. treffen (iets onaangenaams):

tref·fen2 <trof, h. getroffen> [trɛfə(n)] VB vb intr ((goed) uitkomen)

tref·fen1 [trɛfə(n)] SOST nt geen pl

1. treffen (gevecht):

Treffen nt

2. treffen (samenkomst):

Treffen nt

3. treffen SPORT (wedstrijd):

Treffen nt

trou·wen1 <trouwde, h. getrouwd> [trɑuwə(n)] VB vb trans

1. trouwen (ten huwelijk nemen):

2. trouwen (in de echt verbinden):


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski