olandese » tedesco

Traduzioni di „vorprägen“ nel dizionario olandese » tedesco (Vai a tedesco » olandese)

Mostra l'elenco di tutti i risultati trovati

voor·dra·gen: verbo
ver·tra·gen: verbo
ver·dra·gen: verbo
over·dra·gen: verbo
op·dra·gen: verbo
op·vra·gen: verbo
toe·dra·gen: verbo
af·dra·gen: verbo
af·vra·gen: verbo
be·dra·gen: verbo
ge·dra·gen: verbo
in·dra·gen: verbo
na·dra·gen: verbo
na·vra·gen: verbo
schra·gen: verbo
mee·dra·gen: verbo
aan·dra·gen: verbo
aan·vra·gen: verbo
bij·dra·gen: verbo
mee·vra·gen: verbo

Stai visualizzando i risultati dalla grafia simile: voordragen , verdragen , vertragen , overdragen , toedragen , opvragen , opdragen , wegdragen , uitvragen , uitdragen , misdragen , meevragen , bijdragen , aanvragen , aandragen , meedragen , schragen , navragen , nadragen , indragen , gedragen , bedragen , afvragen e afdragen

voor·dra·gen <droeg voor, h. voorgedragen> [vordraɣə(n)] VB vb trans

1. voordragen (declameren):

2. voordragen (als kandidaat voorstellen):

een opvolger voordragen

einen Nachfolger vorschlagen

ver·tra·gen² <vertraagde, i. vertraagd> [vərtraɣə(n)] VB vb intr (trager worden)

sich verlangsamen

sich verzögern

ver·dra·gen <verdroeg, h. verdragen> [vərdraɣə(n)] VB vb trans

1. verdragen:

verdragen (verduren)

verdragen (bestand zijn)

je moet elkaar verdragen

ihr müsst euch vertragen [o. miteinander auskommen]

een gedachte niet verdragen

einen Gedanken nicht ertragen

kou en hitte kunnen verdragen

Kälte und Hitze vertragen können

2. verdragen (uithouden):

3. verdragen (gebruiken zonder er last van te hebben):

een goed te verdragen medicament

ein gut verträgliches Medikament

koolraap verdraag ik niet

ich vertrage keine Kohlrüben

over·dra·gen <droeg over, h. overgedragen> [ovərdraɣə(n)] VB vb trans

1. overdragen (overbrengen):

2. overdragen:

overdragen (doen overgaan)

overdragen (eigendom, ook)

3. overdragen (overboeken):

4. overdragen (overgeven):

zijn ambt overdragen

sein Amt übergeben [o. abtreten]

op·dra·gen <droeg op, h. opgedragen> [ɔbdraɣə(n)] VB vb trans

1. opdragen (naar boven dragen):

2. opdragen (aanbieden):

het voorzitterschap opdragen aan iem

jdm den Vorsitz übertragen

3. opdragen:

opdragen (toewijden)

opdragen (mis)

4. opdragen (gelasten):

iem een werk opdragen

jdn mit einer Arbeit beauftragen

iem opdragen iets te doen

jdm auftragen, etw zu tun

iem opdragen iets te doen

jdn beauftragen, etw zu tun

5. opdragen (aanbieden als eerbewijs):

een boek opdragen aan iem

jdm ein Buch widmen

6. opdragen (dragen tot het versleten is):

op·vra·gen <vroeg op/vraagde op, h. opgevraagd> [ɔpfraɣə(n)] VB vb trans

opvragen (geld)

documenten opvragen

Unterlagen anfordern

toe·dra·gen¹ <droeg toe, h. toegedragen> [tudraɣə(n)] VB vb trans (koesteren jegens)

entgegenbringen

iem een goed hart toedragen

jdm wohlgesonnen sein

af·dra·gen <droeg af, h. afgedragen> [ɑvdraɣə(n)] VB vb trans

1. afdragen (naar beneden brengen):

2. afdragen (door dragen afslijten):

3. afdragen (overdragen):

geld afdragen

af·vra·gen <vroeg zich af, h. zich afgevraagd> [ɑfraɣə(n)] VB wk ww

afvragen zich afvragen:

ik vraag mij af of

ich frage mich, ob

be·dra·gen <bedroeg, h. bedragen> [bədraɣə(n)] VB vb intr

sich belaufen auf +acc

ge·dra·gen <gedroeg zich, h. zich gedragen> [ɣədraɣə(n)] VB wk ww zich gedragen

1. gedragen:

gedragen (handelen)

gedragen (houding, optreden)

gedragen onderw.

gedragen onderw.

sich aufführen pegg

zich gedragen als een dictator

sich wie ein Diktator aufführen

in een zaak zich naar iems advies gedragen

in einer Angelegenheit jds Rat befolgen

zich netjes gedragen

sich ordentlich benehmen

2. gedragen (op de omgeving reageren):

kwik gedraagt zich vreemd in de buitenlucht

Quecksilber verhält sich an der Luft merkwürdig

in·dra·gen <droeg in, h. ingedragen> [ɪndraɣə(n)] VB vb trans

(hinein)tragen in +acc

men droeg de drenkeling het huis in

man trug den Ertrunkenen ins Haus (hinein)

na·dra·gen <droeg na, h. nagedragen> [nadraɣə(n)] VB vb trans

iem iets nadragen

jdm etw nachtragen [o. hinterhertragen]

na·vra·gen <vraagde na/vroeg na, h. nagevraagd> [navraɣə(n)] VB vb trans

sich erkundigen

je kunt het bij hem navragen

du kannst dich bei ihm danach erkundigen

schra·gen <schraagde, h. geschraagd> [sxraɣə(n)] VB vb trans

1. schragen:

schragen (steunen)

(unter)stützen

schragen (tegen instorting)

2. schragen fig:

iem in zijn voornemens schragen

jdn in seinen Vorsätzen bestärken

iems moed schragen

mee·dra·gen <droeg mee, h. meegedragen> [medraɣə(n)] VB vb trans

mit sich (umher)tragen

aan·dra·gen <droeg aan, h. aangedragen> [andraɣə(n)] VB vb trans

met iets komen aandragen

met iets komen aandragen fig

etw ins Spiel bringen

aan·vra·gen <vroeg aan, h. aangevraagd> [anvraɣə(n)] VB vb trans

1. aanvragen (op officiële wijze verzoeken):

het faillissement aanvragen

den Konkurs beantragen

een studiebeurs aanvragen

ein Stipendium beantragen

2. aanvragen (verzoeken te mogen ontvangen):

een catalogus aanvragen

einen Katalog anfordern

plaatsen aanvragen

Plätze reservieren

bij·dra·gen <droeg bij, h. bijgedragen> [bɛidraɣə(n)] VB vb trans

1. bijdragen:

bijdragen (als zijn aandeel inbrengen)

bijdragen (meestal geld)

zijn deel aan iets bijdragen

seinen Teil zu einer Sache beitragen [o. beisteuern]

in de onkosten bijdragen

zu den Unkosten beitragen

2. bijdragen (bevorderlijk zijn voor):

förderlich sein +dat

mee·vra·gen <vroeg mee, h. meegevraagd> [mevraɣə(n)] VB vb trans

1. meevragen (vragen mee te gaan):

bitten mitzugehen

2. meevragen (uitnodigen):

Cerca nel dizionario

olandese

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski