Traduzioni di „gegrient“ nel dizionario tedesco » olandese

ge·ˈgrif·fen [gəˈgrɪfn̩] VB

gegriffen part perf von greifen¹, greifen²

Vedi anche: greifen , greifen

ˈgrei·fen² <griff, gegriffen> [ˈgr͜aifn̩] VB vb intr

greifen

grijpen

greifen

pakken

greifen

vatten

greifen

tasten

greifen (wirksam werden)

effect sorteren

an seinen Hut greifen

naar zijn hoed grijpen

ich griff mir an den Hals

ik greep naar mijn keel [o. hals]

dieses Argument greift nicht mehr fig

dit argument slaat [o. spreekt] niet meer aan

die Bremsen griffen nicht

de remmen pakten niet

hinter sich greifen müssen SPORT

de bal uit het net moeten vissen

eins greift ins andere

het een houdt verband met het ander

nach den Sternen greifen colloq fig

de sterren van de hemel willen plukken

nach seinem Hut/seinem Mantel greifen

zijn hoed/jas pakken [o. grijpen]

im Dunkeln um sich greifen

in het duister rondtasten

das Feuer/die Seuche griff um sich

het vuur/de epidemie greep om zich heen

jdm unter die Arme greifen fig

iem een handje helpen

jdm unter die Arme greifen fig

iem ondersteunen

zu den Waffen greifen

naar de wapens grijpen

zu einer List greifen

zijn toevlucht nemen tot een list

zur Feder greifen

naar de pen grijpen

zur Flasche greifen eufem

naar de fles grijpen

ˈgrei·fen¹ <griff, gegriffen> [ˈgr͜aifn̩] VB vb trans

greifen (festen Griff haben)

grijpen

greifen (festen Griff haben)

pakken

greifen (fassen)

vatten

greifen (fassen)

tasten

greifen fig

effect sorteren

das ist zu hoch/zu niedrig gegriffen

dat is te hoog/te laag geschat [o. geraamd]

das ist zu hoch/zu niedrig gegriffen fig

dat is te hoog/te laag gemikt

zum Greifen nahe

vlakbij

zum Greifen nahe fig

binnen het bereik (der mogelijkheden)

zum Greifen nahe fig

de verwezenlijking nabij

ge·ˈgra·ben VB

gegraben part perf von graben¹, graben², graben³

Vedi anche: graben , graben , graben

ˈgra·ben³ <gräbt, grub, gegraben> [ˈgraːbn̩] VB vb rifl

graben

(zich) boren

graben

graven

das hat sich mir für immer ins Gedächtnis gegraben

dat staat voor altijd in mijn geheugen gegrift

ˈgra·ben² <gräbt, grub, gegraben> [ˈgraːbn̩] VB vb intr

graben

graven

graben

opgravingen doen

nach etw graben

naar iets graven

ˈgra·ben¹ <gräbt, grub, gegraben> [ˈgraːbn̩] VB vb trans

1. graben:

graben

graven

graben

uitgraven

graben

spitten

graben

delven

etw aus seiner Tasche graben colloq

iets diep uit zijn zak tevoorschijn halen

die Hände in die Taschen graben

zijn handen diep in zijn zakken steken

2. graben (gravieren):

graben

graveren

graben

prenten

3. graben fig (ins Gedächtnis):

graben

griffen

ver·ˈdient [fɛɐ̯ˈdiːnt] AGG

1. verdient (Verdienste aufweisend):

verdient

verdienstelijk

sich um etw/jdn verdient machen

zich jegens [o. tegenover] iets/iem verdienstelijk maken

2. verdient SPORT (leistungsgemäß, zustehend):

verdient

verdiend

verdient

terecht

verdient

toekomend

Re·zi·pi·ˈent¹(in) <Rezipienten, Rezipienten> [re͜tsiˈpi̯ɛnt] SOST m(f) (von Informationen)

Rezipient(in)

iem die informatie opneemt

ˈan·ge·grif·fen [ˈangəgrɪfn̩] AGG

angegriffen

afgemat

angegriffen

uitgeput

angegriffen

(dood)moe

Abi·tu·ri·ˈent(in) <Abiturienten, Abiturienten> [abituˈri̯ɛnt] SOST m(f)

Abiturient(in)

abituriënt(abituriënte) m (f)

Abiturient(in)

eindexamenkandidaat(eindexamenkandidate) m (f)

Quo·ti·ˈent <Quotienten, Quotienten> [kvoˈ͜tsi̯ɛnt] SOST m

Quotient

quotiënt nt

un·ver·dient AGG

unverdient

onverdiend