olandese » tedesco

pra·xis [prɑksɪs] SOST f geen pl

prai·rie <prairie|s, prai|riën> [prɛːri] SOST f

pra·li·ne <praline|s> [pralinə] SOST f

1. praline (bonbon):

Praliné nt A CH

2. praline (bepaald soort bonbon):

Eur·azië [ørazijə] SOST nt geen pl

prij·zig <prijzige, prijziger, prijzigst> [prɛizəx] AGG

praal [pral] SOST f geen pl

pra·len <praalde, h. gepraald> [pralə(n)] VB vb intr

1. pralen (pronken):

2. pralen form (schitteren):

prak <prak|ken> [prɑk] SOST m

raz·zia <razzia|'s> [rɑzija, rɑtsija] SOST f

ra·zen <raasde, h. geraasd> [razə(n)] VB vb intr

2. razen (water in een ketel):

ba·zig <bazige, baziger, bazigst> [bazəx] AGG

ba·zin <bazin|nen> [bazɪn] SOST f

1. bazin (vrouw des huizes):

Herrin f

2. bazin (cheffin, eigenares):

Chefin f

3. bazin (eigenaar van een huisdier):

Frauchen nt colloq

prees VB

prees 3. pers sing imperf van prijzen

Vedi anche: prijzen , prijzen

prij·zen2 <prijsde, h. geprijsd> [prɛizə(n)] VB vb trans (van een prijs voorzien)

prei <prei|en> [prɛi] SOST f


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski