tedesco » olandese

Traduzioni di nder nel dizionario tedesco » olandese

(Vai a olandese » tedesco)

Mostra l'elenco di tutti i risultati trovati

der: pronome
ˈAder: nome
ˈoder: congiunzione
nd.
nur: avverbio
ˈEber: nome
ˈeher: avverbio
ˈeu·er: pronome
Heer: nome
leer: aggettivo e avverbio
Meer: nome
Teer: nome
her: avverbio
per: preposizione
wer: pronome
ˈaber: avverbio
ˈAber: nome
Bier: nome

Stai visualizzando i risultati dalla grafia simile: oder , Ader , der , Bier , Aber , aber , wer , per , her , Teer , Meer , leer , Heer , euer , eher , Eber , nur e nd.

der¹ [deːɐ̯] PRON dem

1. der (allgemein):

der

deze

der

die

2. der colloq (auf eine männliche Person/Tier/Sache bezogen):

der

hij

der

die daar

der war es!

hij was het!

3. der (auf eine weibliche Person/Tier/Sache bezogen):

der

deze

der

die

der

degene

ˈAder <Ader, Adern> [ˈaːdɐ] SOST f

1. Ader (Schlagader):

Ader

(bloed)ader

Ader

aar

sich die Adern öffnen ricerc

zich de polsen doorsnijden [o. opensnijden]

jdn zur Ader lassen

iem aderlaten

jdn zur Ader lassen colloq scherz

iem laten bloeden [o. geld afzetten]

2. Ader (Begabung) kein pl:

Ader

aanleg

Ader

begaafdheid

keine Ader für etw haben

geen aanleg voor iets hebben

eine künstlerische Ader haben

artistiek aangelegd zijn

3. Ader:

Ader BIOL, GEOL, MINER, TECN

ader

eine leichte Ader haben

tot lichtzinnigheid neigen

ˈoder [ˈoːdɐ] CONG (eines oder anderes)

oder

oder aber wir machen gar nicht mit

ofwel, we doen helemaal niet mee

entweder du oder ich

óf jij, óf ik

früher oder später

vroeg of laat

mehr oder weniger

min of meer

du kommst doch mit, oder? (stimmt's?)

je gaat toch mee, of niet soms [o. nietwaar] ?

nd.

nd.

Nederduits

Vedi anche: niederdeutsch

ˈnie·der·deutsch AGG

niederdeutsch

Nederduits

nur [nuːɐ̯] AVV

1. nur:

nur (bloß)

slechts

nur (ausschließlich)

alleen

nur (ausschließlich)

maar

nur (dann), wenn …

alleen, indien …

nicht nur …, (sondern) auch …

niet alleen …, (maar) ook …

nur noch frecher werden

alleen maar brutaler worden

es regnete nur so colloq

het regende dat het goot, verschrikkelijk

etw einfach nur so sagen

iets zomaar zeggen

nur zu!

vooruit (maar)!

nur zu!

toe maar!

2. nur (ruhig):

nur

toch (maar)

nur

maar

nur Geduld!

geduld maar!

was hast du nur? colloq

wat heb jij toch?

nur her damit! colloq

geef op!

er soll nur kommen!

laat hem maar komen!

ich meine (ja) nur so colloq

ik bedoel maar

ˈEber <Ebers, Eber> [ˈeːbɐ] SOST m

Eber

beer

Eber

mannetjesvarken

ˈeher¹ [ˈeːɐ] AVV

meer

eher

veeleer

es ist eher anzunehmen, dass …

veeleer moet men aannemen, dat …

ˈeu·er [ˈ͜ɔyɐ] PRON pers gen

euer

van jullie

in euer beider Namen

in naam van jullie beiden

Vedi anche: ihr , ihr , ihr

ihr² PRON poss 2. pers pl

ihr

hun

ihr

haar

ihr¹ PRON poss 3. pers sing

ihr

haar

das ist nicht meine Sache, sondern ihre

dat is niet mijn zaak, maar die van haar

ihr² [iːɐ̯] PRON pers 2. pers pl

ihr

jullie

ihr veraltet

gij

Heer <Heeres, Heere> [heːɐ̯] SOST nt

1. Heer (Armee):

Heer

leger nt

Heer

strijdkrachten

das aktive [o. stehende ] Heer MILIT

de parate troepen

2. Heer (Landmacht):

Heer

leger nt

Heer

landmacht

3. Heer fig (große Anzahl):

Heer

leger nt

leer [leːɐ̯] AGG

1. leer (nichts enthaltend):

leer

leeg

leer

ledig

leer

onbezet

leer ausgehen

met lege handen vertrekken [o. (naar huis) gaan]

ins Leere starren

(doelloos) voor zich uit staren

ins Leere treffen fig

geen hout snijden

leer sein fig

leeg [o. uitgeput] zijn

ein leer stehendes Haus

een leegstaand huis

leeres Stroh dreschen fig

(onzin) kletsen

leeres Stroh dreschen fig

leuteren

2. leer fig (nichtssagend):

leer

leeg

leer

nietszeggend

leer

hol

leer

ijdel

leere Drohungen

loze dreigementen

leere Hoffnungen

ijdele hoop [o. verwachtingen]

leere Versprechungen

ijdele beloften

Meer <Meer(e)s, Meere> [meːɐ̯] SOST nt a. fig

Meer

zee

ans Meer fahren

naar zee gaan

ein Meer blühender Tulpen

een zee van bloeiende tulpen

Teer <Teer(e)s, Teere> [teːɐ̯] SOST m

Teer

teer m of nt

her [heːɐ̯] AVV

1. her (raus, herum):

her

hier(heen)

Geld her!

geef op dat geld!

2. her (verfolgen):

her

heen

her

voort

her

uit

hinter jdm her sein

achter iem aan zitten

hinter jdm her sein

iem achter de vodden zitten

3. her (schon vorbei sein):

her

geleden

eine Ewigkeit [o. zehn Jahre] her sein colloq

een eeuwigheid [o. tien jaar] geleden zijn

4. her (von einem Punkt aus):

her

(van)af

her

(van)uit

das hat er vom Vater her

dat heeft hij van z'n vader

von alters her

van oudsher

von weit her hörte man singen

van verre hoorde men zingen

5. her (abstammend):

her

vandaan

her

afkomstig

wo kommen [o. sind ] Sie her?

waar komt u vandaan?

nicht weit her sein mit etw

niet veel zaaks [o. soeps] zijn

per [pɛr] PREP +acc

1. per colloq (durch (Hilfe von)):

per

per

per

door (middel van)

per

met

per adres

per spoor

met de trein

elkaar tutoyeren

per luchtpost

onder rembours

per spoor

2. per (mit Eingang vom, am (Datum)):

per

per

per

met ingang van

per

per ersten Juni

met ingang van een juni

per sofort

meteen [o. vanaf nu] [o. direct] te aanvaarden

3. per (pro):

per

per

4. per FIN:

per

wer¹ [veːɐ̯] PRON indet colloq (jd)

wer

iem

ist da wer?

is daar iem?

wer sein

het ver geschopt hebben

wir sind wieder wer!

we tellen weer mee!

er war wer

hij was een persoonlijkheid

ˈaber¹ [ˈaːbɐ] AVV veraltet ricerc (noch einmal)

aber

nog eens

aber

wederom

aber und abermals

telkens opnieuw

ˈAber <Abers, Aber(s)> [ˈaːbɐ] SOST nt

1. Aber colloq (Bedenken):

Aber

maar nt

Aber

tegenwerping

Aber

bedenking

bei jedem Plan hat er tausend Wenn und Aber

bij ieder plan heeft hij duizend bezwaren

2. Aber (Schwierigkeit):

Aber

moeilijkheid

Aber

maar(tje)

es ist ein Aber dabei

er zit een maartje aan

Bier <Bier(e)s, Biere> [biːɐ̯] SOST nt

Bier

bier nt

beim Bier sitzen

een biertje zitten drinken

ein kleines Bier

een kleintje pils

etw wie sauer [o. saures] Bier anpreisen colloq

iets aan de straatstenen proberen te slijten

das ist nicht mein Bier! colloq

dat gaat mij niets aan!

das ist sein Bier! colloq

dat moet hij (maar) weten!

Esempi monolingue (non verificati dalla Redazione di PONS)

tedesco

Vita & Virginia ist eine Produktion von Bl!nder Films, Mirror Productions, Protagonist Pictures, Mehra Entertainment, LipSync Productions und Screen Ireland. de.wikipedia.org

Das Aktionsbündnis steht dabei inhaltlich mit seinem bundesweiten Expertennetzwerk sowie allgemeinen Infomaterialien zur Seite und koordiniert einen bundesweiten Online-Veranstaltungskale nder. de.wikipedia.org

Cerca nel dizionario

tedesco

Traduzioni di nder nel dizionario tedesco » olandese

der1 [deːɐ̯] PRON dem

1. der (allgemein):

2. der colloq (auf eine männliche Person/Tier/Sache bezogen):

3. der (auf eine weibliche Person/Tier/Sache bezogen):

ˈAder <Ader, Adern> [ˈaːdɐ] SOST f

1. Ader (Schlagader):

2. Ader (Begabung) kein pl:

3. Ader:

ˈoder [ˈoːdɐ] CONG (eines oder anderes)

nd.

Vedi anche: niederdeutsch

ˈnie·der·deutsch AGG

nur [nuːɐ̯] AVV

1. nur:

2. nur (ruhig):

ˈEber <Ebers, Eber> [ˈeːbɐ] SOST m

ˈeher1 [ˈeːɐ] AVV

1. eher (früher):

2. eher (lieber):

3. eher (wahrscheinlicher):

ˈeu·er [ˈ͜ɔyɐ] PRON pers gen

Vedi anche: ihr , ihr , ihr

ihr2 PRON poss 2. pers pl

ihr1 PRON poss 3. pers sing

ihr2 [iːɐ̯] PRON pers 2. pers pl

Heer <Heeres, Heere> [heːɐ̯] SOST nt

1. Heer (Armee):

2. Heer (Landmacht):

3. Heer fig (große Anzahl):

leer [leːɐ̯] AGG

1. leer (nichts enthaltend):

2. leer fig (nichtssagend):

Meer <Meer(e)s, Meere> [meːɐ̯] SOST nt a. fig

Teer <Teer(e)s, Teere> [teːɐ̯] SOST m

her [heːɐ̯] AVV

1. her (raus, herum):

2. her (verfolgen):

3. her (schon vorbei sein):

4. her (von einem Punkt aus):

5. her (abstammend):

per [pɛr] PREP +acc

1. per colloq (durch (Hilfe von)):

2. per (mit Eingang vom, am (Datum)):

3. per (pro):

4. per FIN:

wer1 [veːɐ̯] PRON indet colloq (jd)

ˈaber1 [ˈaːbɐ] AVV veraltet ricerc (noch einmal)

ˈAber <Abers, Aber(s)> [ˈaːbɐ] SOST nt

1. Aber colloq (Bedenken):

2. Aber (Schwierigkeit):

Bier <Bier(e)s, Biere> [biːɐ̯] SOST nt

Esempi monolingue (non verificati dalla Redazione di PONS)

Cerca nel dizionario

Collegamenti esterni

Feedback

Trainer lessicale

Synonyms

La mia cronologia di ricerca

der¹ [deːɐ̯] PRON dem

ˈeher¹ [ˈeːɐ] AVV

ihr² PRON poss 2. pers pl

ihr¹ PRON poss 3. pers sing

ihr² [iːɐ̯] PRON pers 2. pers pl

wer¹ [veːɐ̯] PRON indet colloq (jd)

ˈaber¹ [ˈaːbɐ] AVV veraltet ricerc (noch einmal)