olandese » tedesco

stelt <stelt|en> [stɛlt] SOST f ook fig

steeds1 [stets] AGG (zoals van, in de stad)

rechts3 <rechtse, rechtser, meest rechts> [rɛxts] AVV

steil <steile, steiler, steilst> [stɛil] AGG

steak [stek]

steak [[o. stɛk]] steak|s SOST m:

Steak nt

ste·de <stede|n> [stedə] SOST f

steeg1 <stegen> [stex] SOST f

steel <stelen> [stel] SOST m

steen1 <stenen> [sten] SOST m

3. steen (edelsteen):

Stein m

4. steen (niersteen):

Stein m

5. steen SPORT:

Stein m

6. steen (hagelsteen):

7. steen (uit steen vervaardigd voorwerp):

Stein m

8. steen (grote pit van een vrucht):

Stein m
Kern m

ste·no [steno] SOST nt of m geen pl

1. steno (stenografie):

Steno f

2. steno (stenogram):

Steno nt

stern <stern|s, stern|en> [stɛrn] SOST f

steur <steur|en> [stør] SOST m

ste·kel <stekel|s> [stekəl] SOST m

1. stekel plantk.:

Dorn m

ste·ken1 <stak, h. gestoken> [stekə(n)] VB vb trans

4. steken (uitspitten):


Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski